Ik snap sinds deze week de voetbalsupporter een stuk beter. Ik snap de passie waarmee een supporter elke wedstrijd wil volgen. Erbij wil zijn, meezingen met de andere fans om de tegenstanders belachelijk te maken. Ik snap het gevoel dat je met z’n allen langs de lijn wilt staan en de longen uit je lijf schreeuw om een van de spelers nog harder te laten lopen.
Als volger van de zeilsport hebben wij het maar ingewikkeld, we kunnen niet meevaren, niet meekijken, geen adviezen schreeuwen. Wij zijn niet in 90 minuten per week klaar. We kunnen niet op zondag in auto stappen om op een tochtige tribune te staan, lauw bier te drinken en elke avond voor een of ander serieus voetbalprogramma naar de TV te kijken om weer volledig op de hoogte te zijn.
Wij moeten elke 3 uur onze telefoon of computer aanzetten om te kijken wat op zee gebeurd. Welke boot er 3 mijl gewonnen of 5 verloren heeft. En dat, deze etappe alleen al 2 weken lang. Ik weet niet hoe het bij andere zeilers thuis is, maar mijn vrouw vindt het al bijna vervelend. Sorry schat, de Volvo duurt nog een half jaartje….
Op dit moment zitten we halverwege de vierde etappe. Ik kan vertellen; het is nerve wracking spannend. Alle boten zijn hetzelfde, theoretisch zijn ze dus even snel. De verschillen worden dan ook gemaakt in de te volgen route. De Nederlandse boot is begonnen met 150 mijl de verkeerde kant op te varen op zoek naar meer wind. Dit is zo goed gelukt dat ze na 7 dagen 80 mijl voor lagen op de rest. Voetbaltermen: 4 – 0, denk ik.
In middels ligt de hele vloot weer ongeveer op gelijke hoogte, en moet er nog 1300 mijl gevaren worden. Voetbaltermen: 5 – 5 bij rust. Met dat verschil dat er in het zeilen geen rust is.Deze heren en dames gaan 24 uur per etmaal door. Nat, vies, zout, moe en bezig met het mooiste spelletje op aarde. Zonder supporters lang de lijn. Volledig op elkaar aangewezen, geen minuut pauze, die bak moet harder.
Ik zou willen dat ik langs de lijn kon gaan staan en mijn longen uit mijn lijf kon schreeuwen. Dat lauwe bier en die tochtige tribune neem ik wel voor lief